Wederkerigheid

Onderliggend aan alles wat het leven is en ons te bieden heeft, ligt één groot verlangen, en dat is erkenning. Mag het er werkelijk zijn? Uiteindelijk gaat het over bestaansrecht. Deze oprechte erkenning en toekenning van bestaansrecht aan al het leven kan maar vanuit één plek ontstaan en voortkomen, en dat is jouw compassievolle hart.

Voor alles wat we nog niet in dat licht hebben gezet en gezien, geldt dat we onvermoeibaar ons innerlijke en uiterlijke landschap scannen op compassievolle beschikbaarheid. Is er iets of iemand die mij en mijn schaduwstukken kan zien voor wat ze werkelijk zijn? Is er ruimte om ze helemaal te ervaren en vervolgens te laten rusten waar ze nu zijn, zonder dat er iets hoeft te veranderen?

Dit verlangen om gezien te worden is in intermenselijke relaties aan beide kanten aanwezig. Voor degene die lijdt om gezien te worden in dit lijden en voor degene die het bij de ander ziet, om datgene te geven wat het lijden van de ander werkelijk kan verlichten.

Wanneer twee mensen samenkomen, is dit energetische landschap in een oogwenk in kaart gebracht. In deze energetische uitwisseling checken we elkaar om zicht te krijgen op wat er in de schaduw zit dat wil ontladen, en anderzijds hoeveel bewustzijn en compassie er beschikbaar is om dit te ervaren, te omarmen en daarmee in beweging te zetten.

Waar we zelf niet het bewustzijn en/of de compassievolle ruimte ervaren, weten we onbewust dat iemand anders die deze beschikbaarheid wel heeft ons kan bijstaan in het verlichten van de zwaarte. Dit is de onmetelijke schoonheid van waarachtige compassie; het maakt niet uit wie het voelt en omarmt, omdat deze oprechte beschikbaarheid vanuit een plek van heelheid komt.

Deze vorm van heling, die de eenheid fundamenteel herstelt, komt voort uit onze basale goedheid om actief bij te dragen aan iemand anders’ welbevinden. Dit ‘natuurlijk geven’ wordt geactiveerd wanneer we een open en kwetsbaar persoon voor ons zien die vanuit de diepste behoefte om werkelijk gezien te worden, om onze aanwezigheid vraagt.

Echter, dit verlangen van de vragende kant is slechts een deel van de formule die het mogelijk maakt dat levensenergie weer gaat stromen. De ‘ontvangende’ kant moet deze vraag kunnen beantwoorden met bewustzijn en compassie, en die staat kunnen we niet fingeren. We zijn alleen beschikbaar waar we niet getriggerd worden en niet in reactie gaan op basis van de grenzen van onze comfortzone. Wonderlijk genoeg is het zicht op, en de aanvaarding van, deze natuurlijke begrenzing in ons vermogen om te kunnen omarmen precies wat onze capaciteit daarvoor vergroot.

Deze unieke versleuteling bepaalt waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en zien, of waar ze van elkaar verwijderen of blokkeren. Dit principe is in elke menselijke ontmoeting van toepassing; van romantische relaties tot therapeut-cliënt. We kunnen van de ander vragen of verlangen zich te openen en kwetsbaar te zijn, maar wanneer de vragende kant niet voldoende bewustzijn heeft op en compassie voor datgene wat zich aandient, zal het niet gebeuren. Het is eenvoudigweg niet veilig genoeg, en in plaats van in beweging te kunnen komen, kiest het systeem voor de schijnveiligheid van het bekende.

In ons authentieke verlangen tot diepe verbinding zullen we dus niet alleen de ander moeten uitnodigen, maar ook het werk in onszelf moeten doen om die oprechte uitnodiging uit te sturen die de veilige ruimte creëert voor de ander om in te stappen. Dit is de wederkerigheid die we in elkaar zoeken, en wanneer deze er is en de versleuteling klopt, kan magie niet anders dan het logische gevolg zijn…

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.